In een buurt die schoon en netjes is, is het prettig en veilig wonen. Als elke huurder zijn verantwoordelijkheid neemt en zijn eigen tuin goed verzorgt en onderhoudt, creëren we samen een fijne leefomgeving voor iedereen.
Voer grofvuil en ander afval af. Vervang gebroken tegels.
Verwijder regelmatig onkruid in de tuin en tussen de tegels. Vergeet ook de oprit niet.
Snoei en rooi tijdig alle bomen, heggen en struiken in je tuin. Vervang beplanting die is doodgegaan.
Maai het gras, zodat kale plekken en mos geen kans krijgen en het gras goed groeit.
Sproei je gras in droge periodes en geef planten en bloemen het water dat ze nodig hebben.
Controleer regelmatig op ongezonde bomen of bomen met zwakke takken, omdat deze een risico vormen voor de omgeving.
Verf of beits schuttingen en zet deze recht. Vervang kapotte planken of delen van houten schuttingen.
De brandgang achter het huis geeft je toegang tot de tuin en dient als vluchtweg bij eventuele calamiteiten. Verwijder regelmatig het onkruid, gebruik de gang niet als verzamelplaats voor afval of kliko’s en gooi frituurvet of olie niet in de putjes maar breng het naar de milieustraat. Zo blijft het pad schoon en toegankelijk voor iedereen.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Meij Magazine